Topsporters
moeten geprikkeld worden om zo het beste in zichzelf naar boven te halen. Zo ook Niki
Terpstra, profwielrenner van beroep.
In mijn
column van 7 april jl. schreef ondergetekende dat wij Nederlanders niets te
zoeken hebben in de Vlaamse voorjaarsklassiekers. Niki was op zijn pikkie getrapt en wint prompt de 112e editie van Parijs-Roubaix. Hij waande zich Julius Ceasar op de 2500 jaar oude Romeinse kasseistroken.
Niki is van niet
lullen maar poetsen, tot het gaatje, kansen grijpen, geloof in
eigen kunnen en grenzen verleggen. Hij heeft een grote bek, hart op de tong maar wel op de goede plek. Schreeuwen in het oortje van Terpstra is kansloos, de eigenzinnige Noord-Hollander bepaalt immers zijn
eigen koers.
In de Hel
van het Noorden pakt hij zijn kans als alle top favorieten al ver in het rood
rijden. De dood of de gladiolen moet hij gedacht hebben en demarreert met nog 6
kilometer te gaan. Op weg naar eeuwige roem. Ook bij hem is de tank leeg maar zijn wil om te winnen is groter. Op de vervallen Velodrome van Roubaix komt hij solo aan en wint de
meest prestigieuze voorjaarsklassieker.
Geloof het of niet, maar Nederlands
heeft inmiddels de meeste overwinningen van alle landen behaald in dit voorseizoen. Een nieuwe geheime toverdrank? Dat
belooft veel voor de rest van het wielerjaar. Wout Poels, Tom Dumoulin, Tom-Jelte Slagter en Bauke Mollema rijden zich vast warm.
Chasse
Patate.
Ab+