Herfstvakantie
2015. Ik had een dagje vrij genomen om mijn kinderen te verlossen van hun
smartphone. Om ellenlange discussies te voorkomen waar we heen zouden gaan had
ik via de familieApp mede gedeeld dat we naar Rotterdam gaan. Geen
middelvinger emoji als reply van mijn dwarse puberdochter en zoon, maar een simpel OK gaf groen licht aan onze trip naar de havenstad, #5 op wereldstedenlijst van Lonely Planet.
Voordat
we de trein konden pakken had mijn dochter een check-up voor haar
buitenboord beugel. ‘Alles in orde’, zei de getatoeëerde orthodontist van de hippe
beugel Factory en boekte een vervolgafspraak in november voor het aanbrengen
van slotjes. Ik maakte nog een flauwe grap over iets met een sleutel voordat we
op de fiets sprongen naar Leiden Centraal.
Met
een vertraging van een half uur kwamen we aan op het nieuwe moderne station van
Rotterdam. In de volksmond ‘de Kapsalon’ genaamd omdat de overkapping lijkt op
het aluminium bakje van de calorieënbom van patat, shoarma, salade, saus en
kaas die in Rotterdam het levenslicht zag. De vergelijking lijkt me wat ver
gezocht, maar ik ben dan ook geen liefhebber van de Kapsalon.

Aan
de overkant van de Kop van Zuid gingen we lunchen bij Hotspot Finex Food
Factory, een alternatieve versmarkt met vintage look onder het dak van een oude
havenloods. We bestelden home made bio friet en een XL desembroodplankje van
Jordy’s Bakery met 4 kaasjes en liet me vollopen met vers gebrouwen biertjes
van de jongste Rotterdamse bierbrouwerij De Kaapse Brouwers.
Na
de lunch hielden een watertaxi aan om ons naar de Leuvehaven te brengen om die
andere versmarkt, de Markthal, te proeven. Geen La Boqueria, maar waren wel onder
de indruk van de giga fresco’s aan het
plafond. De Sixtijnse kapel van Michelangelo verbleekt bij deze Rotterdamse 2.0
versie. Ook hier genoten we van het overdadige kleurrijke aanbod van verse
producten. We sloten ons bezoek aan wereldstad Rotterdam af met een Amsterdams biertje
en (ik moest eraan geloven) een typische Rotterdamse delicatesse; de Kapsalon.