Echter vlak na Wassenaar was er ondanks mijn hoge wattages - tegen de 450 - geen doorkomen aan op het strand. Timing was ook niet perfect, het is immers niet de hele dag eb. Ik zocht tevergeefs naar een pad om op het asfalt verder te gaan. Ik besloot dwars door de duinen op zoek te gaan naar een pad. Dat heb ik geweten. Ik gooide mijn ATB over het hek en zette, door zelf over het prikkeldraad te klimmen, voet op verboden terrein. Ik beklom met nog veel enthousiasme de eerste duin. De panorama was mooi maar geen zicht op een voetpad, laat staan een fietspad. In de verte zag ik hertjes verschrikt wegspringen. Ik volgde hun spoor door de duinen, op zoek naar de exit. De vele stekelstruiken maakten het er niet gemakkelijker op. De duinpannen volgden elkaar in hoog tempo op, er kwam geen einde aan. Voor mijn gevoel liep ik wel goed - naar het oosten - maar nog altijd geen zicht op het fietspad wat ik zo goed kende.
Plotseling hoorde ik geweerschoten. WTF. Ook dat nog. Het geluid kwam dichterbij. In de verte zag ik dat twee hertjes van veraf werden afgeschoten. Jezus. Ik verhoogde mijn tempo met de fiets aan mijn hand. Ik had dorst gekregen van het vele lopen. Ik nam haastig wat slokken water uit mijn bidon en vervolgde mijn weg. Twee konijntjes sprongen voor mijn voeten uit de bosjes. Ik schrok me dood. Mijn adem stokte in mijn keel.
Het duingebied Meijendel, wat dient als buffer voor de stijgende zeespiegel, was veel groter dan ik had verwacht. Voor mijn gevoel was ik al uren aan het dwalen. Het geluid van de geweren was gelukkig verstomd. Toen ik de uitputting nabij was - van mijn mindere belastbaarheid had ik tot dan toe weinig last gehad - zag ik plotseling iets roods achter een duin flitsen. Een fietser? Ik slaakte een zucht van verlichting toen ik meerdere fietsers zag. Even had ik getwijfeld aan mijn looprichting, maar mijn richtingsgevoel had mij niet in de steek gelaten. De achterband van mijn ATB had de duin expeditie niet overleefd. Moe maar opgelucht zocht ik in Wassenaar naar de dichtstbijzijnde bushalte. In Paviljoen de Klip - twee hertenkoppen aan de muur - aan de Wassenaarse Slag kwam ik weer op adem met een kop erwtensoep. Na een uur stapte ik met mijn ATB op de bus naar Leiden. Ik appte mijn vader dat ik niet zou komen die middag en dat hij zondag a.s. kan komen eten. Hij was blij dat ik aan een zekere dood ontsnapt was.
Ab+